Voorbeeld Kunstenaar in de klas
Lesinhoud: poes, kikker of peer borduren op karton:
De leerlingen gaan op karton een mooi fijn borduurwerkje borduren. Het patroontje is mooi om te zien en eenvoudig om te maken. De opdracht bestaat uit verschillende handelingen en vaardigheden zodat elk kind zijn eigen niveau van “hand”werk kan ondervinden.
6 maart: patroon of kaart prikken, aan en afhechten leren, steken leren
20 maart: borduren,
3 april: afwerken, opplakken en/of inkleuren
Benodigdheden:
gekleurd dik karton een prikpen
een matje, een rolletje plakband
(borduur)garen een stompe naald.
Werkvolgorde:
Les 1:
- Leg het karton op het prikmatje
- Leg daarop het patroontje (poes of kikker) dat je wilt borduren.
- Prik met de prikpen het patroontje in het karton.
- Doe dit rustig en met de prikpen goed rechtop, dan krijg je het mooiste resultaat.
- Vóór je het patroontje weer van de kaart afhaalt, hou je het geheel even tegen het licht om te zien of je alle gaatjes geprikt hebt.
Les 2:
- Dan neem je een stukje garen of 3 draadjes borduurzijde, van ongeveer 50 cm. lang
- Steek de draad door de naald
- Maak beide kanten even lang – je werkt met dubbele draad
- Aanhechten doe je door het draadje aan de achterkant met een klein stukje plakband vast te plakken.
- Borduur het patroontje op het karton met een rechte steek of rijgsteek
- Je mag verschillende kleuren garen gebruiken.
- Afhechten doe je ook door het draadje aan de achterkant met een klein stukje plakband vast te plakken.
Les 3:
- Je kunt de kaart verder nog naar eigen idee versieren/ inkleuren en
- Als je klaar bent met borduren dan plak je het karton op een ander stukje karton. Op deze manier werk je de achterkant van je borduurwerk netjes weg
- je kunt weer leuke kleurencombinaties maken met het papier en de kleurtjes van het borduurgaren.